Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 46

Psalmen

Index

Hoofdstuk 47

1

 Een psalm, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. Al gij volken, klapt in de hand; juicht Gode met een stem van vreugdegezang.

2

 Want de HEERE, de Allerhoogste, is vreselijk, een groot Koning over de ganse aarde.

3

 Hij brengt de volken onder ons, en de natien onder onze voeten.

4

 Hij verkiest voor ons onze erfenis, de heerlijkheid van Jakob, dien Hij heeft liefgehad. Sela.

5

 God vaart op met gejuich, de HEERE met geklank der bazuin.

6

 Psalmzingt Gode, psalmzingt! Psalmzingt onzen Koning, psalmzingt!

7

 Want God is een Koning der ganse aarde; psalmzingt met een onderwijzing!

8

 God regeert over de heidenen; God zit op den troon Zijner heiligheid.

9

 De edelen der volken zijn verzameld tot het volk van den God van Abraham; want de schilden der aarde zijn Godes. Hij is zeer verheven!

Psalmen 48

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: